Prinsjesdag 2025
Kosten, kansen en knelpunten voor ondernemers
Het kabinet heeft het afgelopen jaar regelmatig het nieuws gehaald, maar over Prinsjesdag 2025 blijft de mediawereld opvallend stil. Met haar demissionaire status kán het kabinet ook weinig grote stappen zetten, dus de Miljoenennota bevat dit jaar vooral kleine aanpassingen en bijstellingen. Hoewel ze niet groot zijn, werken de meeste hiervan toch in het nadeel van ondernemers: kosten blijven stijgen, vermogensbezit wordt duurder en belastingvoordelen worden beperkt. We hebben de belangrijkste veranderingen voor je op een rij gezet in deze PDF en hieronder.
Inkomstenbelasting
De regels over inkomstenbelasting zullen met ingang van het nieuwe jaar weer veranderen. Dat ga je als ondernemer overwegend op een negatieve manier merken in je portemonnee.
Inflatiecorrectie
In 2026 schuiven de belastingschijven wel iets mee met de inflatie, maar minder dan je misschien gewend bent:
• De eerste schijf loopt in 2026 tot € 38.883 (dat was € 38.441) en het belastingtarief daalt van 37,07% naar 35,06%. Dat betekent dat je over je eerste inkomen wat minder belasting betaalt.
• De tweede schijf loopt in 2026 tot € 79.137 in plaats van € 76.817 en het belastingtarief stijgt van 37,48% naar 37,56%.
• Het tarief van de derde schijf blijft 49,50%.
Daarnaast stijgt de arbeidskorting van maximaal € 5.599 in 2025 naar maximaal € 5.713 in 2026. Samen met het lagere belastingtarief betekent dit simpel gezegd dat werken in de eerste schijf meer gaat lonen.
Aftrekposten zelfstandigen
Als je ZZP’er bent, profiteer je van de zelfstandigenaftrek. Helaas wordt dit belastingvoordeel steeds kleiner: in 2026 mag je nog maar € 1.200 aftrekken (dat was € 2.470). Het plan is dat de zelfstandigenaftrek in 2027 nog verder zakt naar € 900.
Gelukkig blijft de MKB-winstvrijstelling stabiel op 12,7%, wat enigszins rust geeft na eerdere verlagingen. Ook de extra aftrekpost voor starters van € 2.123 blijft voorlopig bestaan.
Maar je komt er niet onderuit: als ondernemer ga je in 2026 veel meer belasting betalen!
Box 3 wordt duurder
Heb je spaargeld, beleggingen of bijvoorbeeld een tweede huis privé? Dan moet je in 2026 wéér meer belasting gaan betalen over dit bezit, want box 3 wordt duurder:
• Het heffingsvrije vermogen gaat omlaag van € 57.684 naar € 51.396. Daardoor ga je sneller belasting betalen over je spaargeld en/of beleggingen.
• Het fictieve rendement voor overige bezittingen stijgt naar 7,78% (dat was 5,88%). Omdat de belasting die je betaalt over dit bedrag hetzelfde zal blijven (36%), leidt dit wel tot een hogere belastingdruk.
• De tegenbewijsregeling blijft in 2026: je mag nog steeds aantonen dat je werkelijke rendement lager was dan het fictieve percentage. Is dit het geval, dan word je gecompenseerd. Alleen doordat de vermogensmutatie ook mee wordt genomen is de kans groot (bij bijvoorbeeld een tweede huis privé) dat het werkelijk rendement hoger zal zijn.
• Daarnaast geldt een extra heffing bij een vakantiewoning voor eigen gebruik. Dit betekent dat een vakantiehuis dat je niet verhuurt en zelf gebruikt ook meetelt in box 3. Het wordt gezien als vermogen waarover je belasting moet betalen, waardoor je extra belasting betaalt bovenop het gewone spaargeld en beleggingen.
Deze maatregelen gelden in principe tot de invoering van het nieuwe box 3-stelsel in 2028.
Leegwaarderatio in box 3
Het kabinet wil ervoor zorgen dat je de leegwaarderatio in box 3 niet kunt gebruiken als je een woning tegen een niet-marktconforme prijs verhuurt aan familie of een andere aan jou gekoppelde partij. In zulke gevallen telt voortaan gewoon de WOZ-waarde zonder korting.
Verhuur je wél tegen een normale marktprijs, dan mag je de leegwaarderatio gewoon blijven toepassen.
Auto of fiets van de zaak
Rijd je in een auto of fiets van de zaak? Dan zijn er vanaf 2026 een paar belangrijke veranderingen waar je rekening mee moet houden.
Zakelijke fietsen
Voor werknemers en IB-ondernemers met een deel- of hubfiets van de zaak, was de bijtellingsregeling voorheen onduidelijk. Dit jaar werd daar op Prinsjesdag duidelijkheid in geschept:
• Je betaalt geen bijtelling als je de fiets minder dan 10% van de tijd thuis stalt, zelfs als je hem soms wel privé gebruikt.
• Deze regeling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020, toen de bijtellingsregeling voor fietsen werd ingevoerd.
Bijtelling elektrische auto
Vanaf 2026 verandert de bijtelling voor elektrische auto’s van de zaak. Koop je vanaf dat jaar een nieuwe elektrische auto, dan wordt de bijtelling hetzelfde als voor gewone auto’s, namelijk 22% van de cataloguswaarde.
Voorheen was de bijtelling voor elektrische auto’s lager en werd deze stapsgewijs verhoogd, maar vanaf 2026 verdwijnt dit verschil helemaal. Let op, dit geldt alleen voor elektrische auto’s die je vanaf 2026 aanschaft; auto’s die je eerder al had, blijven tot vijf jaar onder de oude regeling vallen.
Pseudo-eindheffing voor fossiele auto’s
Met ingang van 2027 gaan werkgevers een pseudo-eindheffing van 12% betalen over de cataloguswaarde van nieuwe fossiele auto’s die vanaf dat jaar worden aangeschaft. Dit geldt ook als de werknemer zelf bijdraagt aan de kosten van de auto. Het kabinet wil werkgevers namelijk stimuleren om over te stappen op emissievrije auto’s (zoals elektrische- of waterstofauto’s).
• De heffing geldt alleen voor auto’s die de werknemer ook privé gebruikt, inclusief woon-werkverkeer. Als een auto exclusief zakelijk wordt gebruikt, geldt de regeling dus niet.
• Motorrijwielen, bestelauto’s en vrachtauto’s vallen buiten deze regeling.
Voor fossiele auto’s die al vóór 2027 in gebruik zijn, geldt een overgangsperiode tot 17 september 2030. Tijdens deze periode geldt de pseudo-eindheffing niet, maar vanaf 17 september 2030 wordt de heffing ook voor deze bestaande auto’s van toepassing.
BTW-regelingen
Verhoging BTW-tarief op cultuur, sport en media geschrapt
Het BTW-tarief op cultuur, media en sport blijft in 2026 9%. De plannen om dit tarief te verhogen naar 21% zijn geschrapt.
De geplande BTW-verhoging voor logies (van 9% naar 21%) gaat daarentegen wel door: je gaat in 2026 dus meer betalen voor overnachtingen in hotels en B&B’s.
Ook de accijnstarieven voor ongelode benzine, diesel en LPG blijven in 2026 nog ongewijzigd. Pas in 2027 worden de tarieven opnieuw aangepast.
Introductie BTW-aftrekherziening
Vanaf 2026 geldt er een nieuwe regel voor ondernemers die een gebouw of ander vastgoed bezitten en hier onderhoud of renovatie aan laten doen. Deze regel heet de btw-aftrekherziening.
Als je meer dan € 30.000 besteedt aan onderhoud of renovatie, mag je de btw hierop in eerste instantie aftrekken, maar je moet goed bijhouden hoe je het gebouw gebruikt tijdens de herzieningsperiode van 5 jaar.
Gebruik je het gebouw volledig zakelijk, dan mag je de btw helemaal houden. Wordt het gebruik deels privé, dan kan het zijn dat je een deel van de eerder afgetrokken btw moet terugbetalen of corrigeren. Hoe groter het privégebruik, hoe meer btw je moet terugbetalen.
Motorrijtuigenbelasting
Korting op de MRB voor emissievrije auto’s
Om elektrisch rijden te stimuleren, krijg je als bestuurder van een emissievrije auto een korting van 30% op de motorrijtuigenbelasting (MRB). Deze regeling gaat in 2026 in en blijft gelden tot en met 2028. Vanaf 2029 gaat de korting iets omlaag naar 25%.
Kwarttarief MRB voor kampeerauto’s vervalt
Het kwarttarief motorrijtuigenbelasting voor kampeerauto’s zal vervallen per 1 januari 2026. In plaats daarvan zul je een halftarief gaan betalen: dit is hoger dan voorheen, maar nog altijd lager dan het tarief voor een gewone auto.
Overdrachtsbelasting
Als laatste heeft het kabinet aantal wijzigingen rondom de overdrachtsbelasting voor onroerend goed aangekondigd. Vooral starters en mensen die een tweede huis kopen, zullen hier de vruchten van plukken.
Startersvrijstelling
Als je voor het eerst een woning koopt én tussen de 18 en 35 jaar oud bent, profiteerde je al een aantal jaren van de startersvrijstelling. In 2026 wordt deze maximale vrijstelling nog verder verhoogd: van € 525.000 naar € 555.000. Goed nieuws dus voor jonge huizenkopers!
Let op: deze vrijstelling van overdrachtsbelasting over de eerste € 555.000 van de koopsom geldt alleen als het huis je eigen hoofdverblijf wordt.
Verlaging tarief overdrachtsbelasting
Koop je daarentegen een woning die niet je hoofdverblijf wordt, zoals een vakantiewoning of een tweede huis? Dan geldt er vanaf 2026 een verlaagd tarief van 8% overdrachtsbelasting. Het huidige tarief is 10,4%, dus dit is een voordelige regeling voor mensen met meerdere woningen.
Mogelijk wordt het tarief nog verder verlaagd naar 6%, maar de Tweede Kamer heeft een besluit hierover tot nog toe uitgesteld.
Let op: bijna alle wetswijzigingen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste kamer. De plannen en ook de ingangsdata hiervan zijn dus nog niet definitief.