072-5669116

Heffings- en invorderingsrente:
nieuwe regeling vanaf 2012

BelastingdienstHet kabinet wil de wettelijk regeling voor heffings- en invorderingsrente ingrijpend aanpassen. De voorgestelde regeling, als onderdeel van het belastingplan 2012, is gebaseerd op het uitgangspunt dat de belastingplichtige rente verschuldigd is als hij niet op tijd aan zijn betalingsverplichting jegens de overheid voldoet, en de Belastingdienst rente moet vergoeden als hij de werkzaamheden niet binnen een redelijke termijn verricht. Heffingsrente wordt voortaan belastingrente genoemd. Deze rente ziet op de periode tot aan de vaststelling van de betalingsverplichting of het recht op teruggaaf bij een belastingaanslag. De invorderingscomponent heeft betrekking op het te laat betalen aan de Belastingdienst van een belastingaanslag en de uitbetaling door de Belastingdienst van een belastingteruggaaf.

De nieuwe regeling luidt als volgt:

  • Door de inspecteur in rekening te brengen belastingrente.
    De belastingrente gaat voor belastingaanslagen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting pas lopen vanaf 1 juli ná het belastingjaar. Door deze aanpassing zal een groot aantal belastingplichtigen in de inkomstenbelasting niet meer geconfronteerd worden met belastingrente: als zij de aangifte tijdig, voor 1 april indien, is de (voorlopige) aanslagregeling voor 1 juli afgerond.
  • Door de inspecteur te vergoeden belastingrente.
    Een vergoeding van belastingrente is slechts aan de orde (voor aanslagen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting) als de Belastingdienst na de indiening van de aangifte of een verzoek, te lang doet over het opleggen van een de aanslag waarbij een bedrag wordt terugbetaald. Hier gaat een afdoeningstermijn van 13 weken gelden voor aanslagen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting (met een uit te betalen bedrag) die direct voortvloeien uit de ingediende aangifte. Rente wordt pas vergoed als de inspecteur die termijn overschrijdt: de rentevergoeding wordt dan berekend vanaf het tijdstip dat de belastingaanslag opgelegd had moeten zijn, tot zes weken na de dagtekening van de aanslag. Voor verzoeken tot terugbetaling (anders dan een aangifte) geldt een afdoeningstermijn van 8 weken. In alle gevallen geldt dat de periode waarover de rente wordt berekend niet eerder begint dan zes maanden na afloop van het belastingjaar. Er wordt geen rente vergoed als de belastingaanslag na bezwaar of een gerechtelijke procedure wordt verminderd of vernietigd.
  • Door de ontvanger in rekening te brengen invorderingsrente.
    De renteregeling blijft in deze situatie ongewijzigd.
  • Door de ontvanger te vergoeden invorderingsrente.
    De ontvanger vergoedt geen rente (meer) over een terugbetaling die het gevolg is van een herziening of vermindering van een betaalde belastingaanslag. Als de belastingplichtige bezwaar maakt tegen een hem opgelegde aanslag, en hij heeft die aanslag — ondanks zijn bezwaar daartegen — al betaald, dan krijgt hij géén rente vergoed als hij later, bij de uitspraak op het bezwaarschrift, in het gelijk wordt gesteld. De belastingplichtige moet in deze situatie maar om uitstel van betaling vragen. Als dat verzoek om uitstel van betaling niet wordt toegewezen, en de belastingplichtige wordt in het gelijk gesteld, dan zal er wel rente worden vergoed. Nieuw is ook dat de ontvanger rente zal vergoeden als hij er te lang over doet om een belastingteruggaaf uit te betalen.

 

03-04-2024

Flexibele arbeidsvoorwaarden, een mooie troef!

Lees verder
15-02-2024

Rouwverlof is maatwerk

Lees verder
11-12-2023

Eindejaarstips 2023

Lees verder
Blijf op de hoogte